Hulp aan Zuid-Afrika

Op zondag 10 juli is de diaconie collecte weer voor het werk voor de ‘kleinsten’ in de buurt van Kaapstad en Bloemfontein. Ik heb dezer dagen een uitgebreid verslag gekregen van ds. Kathleen en ik denk dat ds. Alfred niet veel anders geschreven zou hebben. We zouden bij gelegenheid wel graag u hierover meer vertellen maar ik zal nu kort met name twee dingen willen doorgeven; a. de algemene situatie b. de huidige toestand van de crèches en hun begeleiders.

Sub a. De chaotische politieke en sociale omstandigheden hebben het er voor onze zusters en broeders niet eenvoudiger gemaakt. Een nieuw departement in Kaapstad moest de registratie van de crèche ter hand nemen en het gevolg is dat de tijd verlopen is en dat de subsidie werd opgeschort. Ook het beroep op het zogenaamde COVID fonds is positief ontvangen bij de ambtenaren maar tot nog toe heeft men vergeten het geld op te sturen. Het is duidelijk dat het allemaal op de duur geregeld zal worden maar inmiddels is de financiële situatie wel nijpend.  Sinds 1 mei kon men geen salarissen of rekeningen betalen. Duidelijk is dan dat hulp ‘van elders’ van levensbelang is totdat de bijdragen van de overheid zullen worden overgemaakt.

Sub b. Op dit moment worden in Eluthandweni 58 kinderen opgevangen. Gelukkig kan er voor eten gezorgd worden omdat de tuinman veel tijd besteed aan het kweken van verse groente en fruit. Het gaat daar nu op de winter aan: vrouwen uit de gemeente van ds. Kathleen zijn druk bezig om voor alle kinderen een muts te breien en vervolgens ook ‘komberse’ opdat de kinderen daaronder kunnen kruipen wanneer zij na de middag een uur rusten gaan.

Hier zien we de vrouw van ouderling Samuel aan kinderen in haar omgeving eten uitdelen dat zij meebracht vanuit de crèche.

Inmiddels gaat het onderhoud van de gebouwen door. Het gebeurt allemaal op de basis van vrijwilligheid maar het materiaal moet wel worden aangeschaft om het vervolgens in de handen van de vrijwilligers te geven. Zo is bij voorbeeld de tuinman bezig om zijn onderkomen op te zetten maar nu volgt nog het dak; zonder hulp redt hij dat niet.

Men kijkt met veel dankbaarheid terug op het Paasfeest. Anders gebeurde het wel om als verschillende gemeenten ergens samen te komen. Deze keer bleef men thuis noodgedwongen maar het bleek een rijke tijd te worden. Ze werden bijgestaan door de vlootpredikant die net deze dagen daar verplichtingen had. Wat was men dankbaar en verheugd om als gemeente zo geholpen te worden: al jaren zijn zij vacant immers. Zij zien nu uit naar de komst van de consulent die helemaal uit Bloemfontein moet komen. Eind november vorig jaar was hij er ook. Dertien kinderen mocht hij dopen en vier hebben belijdenis gedaan. Toen mocht ook het avondmaal bediend worden. 

In de week – na het pinksterfeest! – hopen wij ook ons voor te bereiden op het avondmaal. Zo mogen wij  samen(!) optrekken met de zusters en broeders daar. In de collecte  te zijner tijd kunnen we dan weer uitdrukking geven aan onze liefde voor hen zoals zij dat biddend doen.

We dragen elkaar op aan de Here, de God en Vader van de Here Jezus

G. Bos